Littekens

Littekens ontstaan vaak na een operatie of trauma aan het weefsel. Voorbeelden hiervan zijn litteken na een knieprothese, na een operatie bij behandeling van kanker of na buikwandcorrectie. Verschillende processen in het lichaam zorgen er uiteindelijk voor dat een wond dicht gaat. In sommige gevallen kan het littekenweefsel in het lichaam vast gaan zitten aan een onderlaag, zoals spieren en botten. Wanneer dit het geval is spreekt men van verkleefde littekens.

Wat zijn de klachten?

Littekenweefsel is veel minder elastisch dan gewoon lichaamsweefsel. Wanneer het litteken vast zit aan spieren of botten kan dat bewegingsbeperkingen en pijn tot gevolg geven. In sommige gevallen zie je dat het litteken naar binnen trekt bij een bepaalde beweging.

Verschillende littekens

Een litteken kan op verschillende manieren genezen en al dan niet gaan verkleven aan een onderlaag.

Normaal litteken

Hierbij ligt het litteken op hetzelfde niveau in de huid als de rest van het weefsel. Het litteken kan vooral het eerste jaar nog een rode kleur hebben, maar in veel gevallen verdwijnt dit meestal vanzelf. De meeste littekens zijn van deze soort.

Atrofisch litteken

Hierbij is er sprake van een heel dun laagje littekenweefsel. Ook kan het litteken ingetrokken zijn. Atrofische littekens ontstaan vaak na huidbeschadigingen en bij infecties zoals de waterpokken. Acne littekens zijn in sommige gevallen ook atrofisch van aard.

Hypertrofisch litteken

Dit zijn littekens die vaak dik en rood zijn en bovenop de huid liggen. Vooral de huid boven het borstbeen, de schouders, de nek en de oren is geneigd tot de vorming van deze hypertrofische littekens.

Keloïd litteken

Keloïd littekens zijn een bijzonder soort hypertrofische littekens. Terwijl gewone hypertrofische littekens beperkt blijven tot de plaats van de verwonding, groeien keloïd littekens over de grenzen van de verwonding heen, en kunnen zo betrekkelijk grote huidgebieden bedekken.

Atrofisch litteken

Hypertrofisch litteken

De behandeling

Verkleefde littekens kunnen behandelt worden met  littekentherapie, endermologie en lymfetaping. De huidtherapeute zal tijdens het intakegesprek een anamnese (vraaggesprek) met u afleggen en het litteken beoordelen. Hieruit volgt dan een behandeladvies met één of meerdere behandelmogelijkheden.